maandag 30 december 2013

Taal Cito

taal cito
Op de Cito-toets komt taal veelvuldig aan bod. Het belang van taal heb je kunnen lezen in ons vorige artikel. Taal kent vele vormen. Zo komt taal op de Cito-toets naar voren als één vak, maar worden er wel degelijk meerdere vaardigheden getoetst. Je zult op de Cito-toets te maken krijgen met stellen, schrijven, begrijpend lezen, woordenschat, spelling en grammatica.

Stellen en schrijven

Het kopje 'stellen en schrijven' houdt in dat je een brief op kunt stellen. Op de Cito-toets doe je dat door opties te bekijken en de beste optie aan te vinken. Je schrijft mee aan een brief of een stukje voor in de schoolkrant en helpt als het ware de schrijver een handje.

Begrijpend lezen en woordenschat

Hoe goed begrijp jij een tekst? Die vraag staat centraal bij het onderdeel begrijpend lezen. Je moet aangeven wat er in de tekst nu daadwerkelijk gebeurt, maar ook aan kunnen vinken wat de schrijver bedoelt met de tekst en wie de doelgroep is. Tot slot moet je woorden kunnen vervangen, waarmee je werkt aan woordenschat. Woordenschat komt ook los terug. Je moet de betekenis van enkele woorden kennen en aanvinken.

Spelling en grammatica

Met spellen en grammatica ben je al de heel basisschool bezig. Je moet op de Cito-toets laten zien wat je begrepen hebt van de regels rondom d en t en verleden en tegenwoordige tijd. Een goede beheersing van het ex-kofschip is hierbij aan te raden, maar ook moet je weten wat de persoonsvorm, het onderwerp en het werkwoordelijke gezegde zijn.

0 reacties:

Een reactie posten